
Drones bieden nieuwe kansen voor hulpverlening en veiligheid op de Noordzee, zoals het opsporen van drenkelingen of het in kaart brengen van olievervuiling. Om in de toekomst grootschalige en verantwoorde inzet van drones op zee mogelijk te maken, testen we in de praktijk. We organiseerden een bijeenkomst waarbij we overheden, partners en beleidsmakers hebben bijgepraat over onze drone-proeven op de Noordzee. Onze eerste resultaten zijn positief, maar er zijn ook nog veel uitdagingen.
Droneproeven op de Noordzee
Met het project Drone2Go doen we op verschillende plaatsen in Nederland proeven met drones. We voeren ook testen uit op de Noordzee. Dit zeewater is niet alleen een drukbevaren gebied, maar ook de thuisbasis van vitale infrastructuur zoals windparken, gasleidingen en scheepvaartroutes. Drones kunnen enorm veel voordelen bieden in dit grote gebied.
Vanuit onze testlocaties in Stellendam en Scheveningen testen we met drones op de Noordzee. We onderzoeken de toegevoegde waarde van drones door verschillende scenario’s na te bootsen en in de praktijk te testen. Zo hebben we de afgelopen maanden bijvoorbeeld een reddingsoperatie gesimuleerd, waarbij een collega als ‘drenkeling’ in het water lag en met behulp van een drone werd opgespoord. Daarnaast testten we het opsporen van illegale drugslozingen op zee, waarbij namaak-drugspakketten in zee lagen.
Met deze proeven brengen we in kaart of het technisch haalbaar is om drones boven de Noordzee in te zetten en onderzoeken we voor welke toepassingen de drone ingezet kan worden. Denk hierbij aan vragen als: hoe betrouwbaar is de verbinding op zee? Kan een drone helpen bij het opsporen van een vermist persoon? En hoe bestendig zijn de motoren tegen zout water? Ook doen we ervaring op met de huidige wet- en regelgeving en brengen we in kaart waar aanpassingen nodig zijn. Deze inzichten delen we met betrokken overheidsorganisaties, zodat zij hiervoor uitvoerbare en verantwoorde regelgeving kunnen ontwikkelen.

Positieve resultaten maar ook nog veel uitdagingen
Tijdens onze bijeenkomst op 10 september presenteerden we de eerste resultaten van onze drone-proeven op de Noordzee. Aanwezig waren zowel deelnemers van het programma Drone2Go als andere relevante partijen, zoals de KNRM, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, DGLM en het ministerie van Defensie. Tijdens de bijeenkomst hebben we verteld dat onze praktijkproeven op de Noordzee veelbelovende resultaten laten zien. Maar er zijn ook nog veel uitdagingen, met name op het gebied van wet- en regelgeving. Een van de grote uitdagingen is het op afstand besturen van drones boven zee (Beyond Visual Line of Sight, BVLOS genoemd), iets wat we in onze proeven ook nog niet doen. Ook het veilig uitwisselen en opslaan van data vraagt aandacht, met name het opstellen van een Data Protection Impact Assessment (DPIA). Dit is een document waarin staat beschreven hoe er veilig wordt omgegaan met data, en hoe data tussen partijen uitgewisseld wordt.
De komende tijd blijven we proeven uitvoeren met drones op de Noordzee, om de meerwaarde en uitdagingen verder te onderzoeken. Via nieuwsberichten op deze website, delen we de komende maanden meer inzichten en bevindingen.
Hulp bij het project en een demo over veilig datadelen
Tijdens de bijeenkomst vertelde ook de Rijksorganisatie Ontwikkeling Digitalisering en Innovatie (ODI) meer over hun nieuwe GovUp!-programma. Het programma helpt innovaties versnellen die vertragen bij opschaling over de grenzen van de eigen organisatie heen. Het programma is gestart met het oppakken van drie projecten, waaronder het Drone2Go-project.
Tot slot werd een demo gegeven over hoe data in de toekomst veilig en verantwoord gedeeld kan worden tussen verschillende (overheids)partijen. Het Open Dataspace Lab (ODL) is een systeem dat data deelt zonder het daadwerkelijk te versturen. Hierdoor blijft gevoelige informatie beschermd, terwijl bijvoorbeeld hulpdiensten wel toegang krijgen tot wat ze nodig hebben. Dit soort toepassingen is noodzakelijk om in de toekomst veilig drone-data uit te kunnen wisselen.